BERMBERICHTEN | 23. Gedachtenexperiment (1)
Vandaag tijdens
mijn dagelijkse corona ommetje deed ik een gedachtenexperiment. Stel ik zou uit
een ver verleden, de bronstijd, de middeleeuwen of wat voor tijd ook vóór de industriële
revolutie, via een tijdmachine naar deze tijd gereisd zijn. Ik zou, van de eerste
schrik bekomen, door ons dorp rondlopen. Wat zou mij opvallen aan onze bermen
en plantsoenen? Ik zou me waarschijnlijk verbazen over bomen zoals de Amerikaanse
eik die voor de sier zijn aangeplant, terwijl er ook een notenboom of appelboom
had kunnen staan. Over struiken voor de sier zoals de laurierkers, terwijl er
ook een hazelaar of frambozenstruik had kunnen staan. Over bloeiende
sierplanten zoals afrikaantjes, begonia’s en vlijtig liesjes, terwijl er ook
een eetbaar gewas had kunnen groeien. Over gras, zomaar, zonder schapen of
koeien. Over boterhammen in de prullenbak terwijl je er ook je (pluim)vee mee
had kunnen voeden. Gelukkig kwam ik als tijdreiziger nog tamme kastanjes en
walnoten tegen, wat rijpe bramen, en enkele eetbare planten als zevenblad,
paardenbloem, brandnetel en vogelmuur.
Als wij in een
sciencefictionfilm terecht zouden komen waarin het grootste deel van alle
internationale transport zou zijn weggevallen, zouden de mensen uit de stad
weer naar het platteland trekken. Mensen zouden hun grasveld omvormen tot een aardappelakkertje,
hun bomen vervangen door fruit- en notenbomen. Ze zouden zelf hun groenafval
composteren, want er zou geen kunstmest meer worden verkocht (het belangrijkste
ingrediënt, fosfaat komt meestal uit Marokko). Ze zouden geen voedsel meer
verspillen maar het aan de kippen of varkens voeren. Of composteren. Er zou een
einde komen aan de intensieve veehouderij, want die is afhankelijk van import
van veevoer. Overal waar geen voedsel verbouwd kan worden zou vee grazen. Ons
land zou er heel anders uitzien: overal kleine akkertjes, hagen met frambozen
en andere bessen, voedselbosjes met tamme kastanjes, fruit- en notenbomen. Ik
ga er voor het gedachtenexperiment even van uit dat alles vreedzaam zonder
conflicten of geweld zou verlopen.
Alleen hier en
daar zou je nog sierplanten tegenkomen, misschien rozen voor speciale gelegenheden.
Maar al onze bermen, parken en perken met sierplanten, sierstruiken en
sierbomen zouden we zo snel mogelijk vervangen door groenten, fruit, en noten
producerende planten, struiken en bomen, en alle gebieden die te nat of te
droog zijn voor deze gewassen zouden we gebruiken om ons vee te weiden. Er
zouden weer schapen grazen op de hei. Hun mest zou gebruikt worden voor de
akkerbouw.
Ik ben blij en
dankbaar dat ik leef anno nu, zonder hongerwinter, met goed gevulde winkels. Ik
zou de koffie, thee, chocola, bananen, specerijen en andere lekkernijen van ver
weg zeker missen, maar zulke gedachtenexperimenten zijn wel grappig om over na
te denken, mijmerend tijdens mijn corona ommetjes.
Comments
Post a Comment