BERMBERICHTEN | 3. Brandnetels
In mijn vorige stukje
stelde ik een vraag met de volgende vier antwoorden:
A)
Met
brandnetels kun je heerlijke brandnetelsoep of stamppot maken voor weinig geld
B)
Brandnetels
zijn een rijke voedselbron voor rupsen van allerlei dagvlinders
C)
Brandnetels
groeien vooral op voedselrijke grond
D)
Waar
brandnetels groeien is het arm aan plantensoorten.
Alle antwoorden
zijn goed. Hieronder volgt een toelichting.
Jonge scheuten
van de brandnetel zijn lekker in de soep of stamppot, en sommige mensen
gebruiken ze voor thee. Brandnetelthee kun je ook gewoon in de winkel kopen.
Als brandnetel verhit wordt prikken de brandharen niet meer, zelfs overgieten
met kokend water maakt ze ongevaarlijk. Pluk de jonge topjes met steel en al (ca.
5 cm van de bovenkant), in de lente vóór de bloei. Gebruik daarbij
tuinhandschoenen, want ook op de stengel zitten brandharen. Of pluk later op
plekken waar de brandnetel tussentijds gemaaid is en opnieuw is uitgelopen. Oudere
brandnetel kun je ook eten, maar de stengel is dan hard geworden en de blaadjes
zijn taaier. De stengel wordt zelfs zo vezelig dat er textiel van geweven kan
worden. Dat gebeurde al in de prehistorie. Verwerk de brandnetel zoals je met
spinazie zou doen: kort koken of stoven. Pluk liefst op plaatsen waar geen
honden worden uitgelaten en was de brandnetelscheuten goed. Er zijn soorten die
op brandnetel lijken, zoals de dovenetel en de hennepnetel, deze zijn gelukkig
ook eetbaar. Wist je trouwens dat de brandharen alleen aan de bovenkant van de
bladeren zitten? Je kunt een brandnetelplant ‘aaien’ van onder naar boven
zonder geprikt te worden. Probeer maar eens. Toch geprikt? In de buurt van
brandnetel groeit vaak hondsdraf of weegbree, hiermee kun je over de bultjes wrijven.
Dat brandnetel belangrijk
is voor vlinders klopt ook. Soorten als dagpauwoog (foto), atalanta, gehakkelde aurelia en kleine vos zetten er hun
eitjes op af en de rupsen van die soorten zijn afhankelijk van brandnetel voor
hun voedsel. Van de brandharen hebben ze geen last.
Brandnetels
zijn een typisch voorbeeld van snelgroeiende planten die profiteren van voedselrijke
bodems. Ze groeien zo hard dat er voor andere planten geen plaats en geen
zonlicht meer overblijft. Dus de laatste twee stellingen zijn ook juist.
Als de gemeente
overschakelt op ecologisch bermbeheer dan kunnen er brandnetels opkomen. Door
het ecologisch beheer vol te houden en de brandnetels een of meer keren per
jaar te maaien en het maaisel af te voeren verdwijnen ze op den duur vanzelf en
krijgen andere soorten een kans om hun plek in te nemen. Dat is dan jammer voor
de rupsen, maar gelukkig voor de vlinders zullen er altijd genoeg brandnetels
overblijven op andere plekken in het landschap.
Comments
Post a Comment